Prins van Brabant is genoemd naar stamvader van die Brabantse trekpaarden, die ooit het belangrijkste exportproduct van België waren.
Het veulen Prins werd in 1864 geboren in Grimminge. Toen het zware, lichtbruine paard 30 maanden oud was werd het verkocht aan Auguste Oreins. Met deze hengst ging hij van hoeve naar hoeve om merries te dekken aan 10 frank per beurt. De boeren wisten dat Auguste graag een goed glas dronk. Daarom hielden ze hem en zijn hengst verschillende dagen bij hen om zeker drachtige merries te hebben. Prins' faam groeide. Bij een tussenstop in Frankrijk kreeg hij van Jules Hazard de naam Orange I, geïnspireerd op de naam van zijn vorige eigenaar (Oreins). Na heel wat omzwervingen kwam de hengst in 1879 terecht in de stallen van Jules Hazard in het Henegouwse Leers-et-Fosteau. Prins stierf in 1885 op 22-jarige leeftijd. Hazard liet hem postuum inschrijven in het pas opgerichte stamboek als 'Orange I'. Prins zorgde voor heel wat nazaten. Al onze trekpaarden stammen van hem af.
Als eerbetoon werd op het marktplein van Lennik een enorm standbeeld opgericht. Dit bronzen beeld werd vervaardigd door beeldhouwer Koenraad Tinel. Het werd in 1992 - onder massale belangstelling - plechtig op zijn sokkel gehesen. Het is het grootste bronzen beeld dat in de 20ste eeuw werd gegoten.
Naar aanleiding van de 25ste verjaardag van de inhuldiging van het standbeeld, vroeg het Prinscomité aan Vrijstaat Vanmol om een pittig hoevebier te brouwen.